Heijendaalseweg 300, 6525 SM Nijmegen
024 - 355 80 29
sss.nijmegen@kloosterbrakkenstein.nl

Preek van de week

Zondag 22 mei, Pater Jim

Het is nu tijd voor de preek, maar vandaag zou ik u liever een verhaal willen vertellen. Over Truusje. 

Ik was werkzaam in de kerk in Amsterdam. Op een dag kreeg ik een mailtje van een vrouw uit Amerika. Ze had mij gevonden op de website van de parochie. Ze schreef over haar tante Truusje. Truusje woonde alleen in het centrum van de stad, in mijn parochie. Ze was 72 jaar, ernstig ziek, zeer eenzaam, en moeilijk in de omgang. Truusje was niet katholiek, maar, zo luidde het verzoek van de Amerikaanse nicht, misschien kon ik toch eens bij haar langsgaan voor een bemoedigend woord. 

Toen ik Truusje belde voor een afspraak, bleek dat ze geen bezoek wilde ontvangen. “Het is hier een kolerezooi,” zei ze met hese stem. Een paar weken later en enkele telefoongesprekken verder mocht ik toch langskomen. “De voordeur,” zei ze, “zit een beetje verstopt in het portiek naast de tattoo-shop.” Via een versleten trap kwam ik op de eerste etage, in een rommelig keukentje. Truusje zat aan een tafel, te roken. De rest van de woning bleef buiten beeld, wegens die kolerezooi. 

Truusje vertelde dat ze haar hele leven in dit huis had gewoond. In de straat had ze een winkeltje gerund, en de zwerfkatten uit de buurt verzorgd. Nu kwam ze de deur niet meer uit. Ze was slecht ter been en had kanker, en daar was niets meer aan te doen. Ze kreeg wat zorg aan huis. Van opname in een woonzorgcentrum wilde ze niets weten.

Op een keer vertelde Truusje dat ze als klein meisje eens een kerk was binnengelopen. Daar trof ze een priester. Zij sprak hem aan en vroeg of ze gedoopt kon worden. Ze had daar iets over gehoord en het leek haar mooi, zo’n doping. De priester wimpelde het verzoek af en bonjourde haar de kerk uit. Daarna had ze het nooit meer gevraagd, aan niemand. 

Het bleef een tijdje stil aan de keukentafel. Toen vroeg ik of ze misschien alsnog gedoopt wilde worden. Ze begon te huilen. Na deze spontane geloofsbelijdenis kwamen haar bedenkingen: ze wist er niks van, ze had bepaald geen voorbeeldig leven geleid, en onlangs nog had ze haar Amerikaanse nicht uitgescholden… We besloten dat ik wat dingetjes over het geloof zou vertellen, en dat zij erover zou nadenken. 

De gesprekken verplaatsten zich van de keuken naar de slaapkamer, want het kostte haar steeds meer moeite om uit bed te komen. En ja, Truusje wilde echt gedoopt worden. Op een dag zalfde ik haar met de olie voor de geloofsleerlingen en we spraken een moment af voor het doopsel. Iemand van de thuiszorg zou erbij zijn, als meter.

Het was een zondagmiddag in september. Truusje zat rechtop in bed. Ik zat op de rand van het bed, en de meter op een stoel. Nadat we de geloofsbelijdenis hadden uitgesproken, heb ik Truusje gedoopt en gevormd. Het bleef even stil, en toen gaf ze aan dat ze de eerste communie wilde ontvangen. Ze zei “Amen”, en ging weer liggen.

Waarom vertel ik u deze ervaring? Omdat ik bij een zin uit de eerste lezing van vandaag meteen aan Truusje moest denken. Die lezing gaat over een conflict in de jonge Kerk over de eisen die moeten worden gesteld aan nieuwkomers. En dan staat er: “De heilige Geest en wij hebben besloten u geen zwaardere last op te leggen dan het strikt noodzakelijke.” 

De opname van Truusje in de katholieke Kerk verliep niet helemaal zoals gebruikelijk. Doorgaans volgt iemand een geloofscursus van minstens een half jaar, is er een moment van voorstellen aan de geloofsgemeenschap, en nog het een en ander. Bij Truusje zat dat er niet in.

In het evangelie van vandaag zegt Jezus: als iemand Mij liefheeft, zal mijn Vader hem liefhebben, en Wij zullen verblijf bij hem nemen. Dat is wat er op die zondagmiddag is gebeurd. 

Een paar dagen na haar doopsel is Truusje overleden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *