Heijendaalseweg 300, 6525 SM Nijmegen
024 - 355 80 29
sss.nijmegen@kloosterbrakkenstein.nl

Preek van de week

Zondag 18 december, Pater Fons

We hebben het allemaal al meegemaakt: we moeten een belangrijke beslissing nemen, en we weten niet goed wat we moeten beslissen. Zulke onzekerheden doen zich ons hele leven voor: Heb ik de juiste studies, het juiste werk gekozen? Hebben we het juiste huis gekocht? Het juiste verpleeghuis gekozen. Gaan we genieten van deze reis? 

Het zijn maar enkele van de vele vragen die ons leven beïnvloeden, maar het blijft daar niet bij, want we moeten elke dag een hoop minder belangrijke beslissingen nemen. 

Bijvoorbeeld: Is dat wel de juiste weg naar waar we moeten zijn? 

Ga ik met de trein om met de auto? Wat eten we vandaag? 

En we kunnen blijven doorgaan, want zulke vragen dringen zich elke dag op.

Belangrijke keuzes maken, dat moeten ook koning Achaz in de eerste lezing en Jozef in het evangelie. 

De keuze van Achaz is snel gemaakt. Nog voor Jesaja iets heeft gezegd, heeft hij al beslist wat hij zal doen: hij zal niet ingaan op het aanbod dat God hem via de profeet doet. 

Hij is op en top een man van de wereld en van het nu, en dat nu…. is niet zo fraai, want zijn vijanden rukken op tegen zijn koninkrijk. 

Hij heeft geen zin om te dromen over de toekomst die Jesaja hem voorspiegelt als hij op God wil vertrouwen, nee, hij vindt dat hij snel moet handelen, en voor hem is dat:  een bondgenootschap sluiten met erfvijand Assyrië. 

Het is een typische reactie van menselijk kortetermijndenken: Assyrië verslaat inderdaad Achaz’ vijanden, maar in ruil moet hij wel de onafhankelijkheid van zijn eigen koninkrijk opgeven, en wordt hij een klein aanhangseltje van het machtige Assyrië.

Achaz durft en wil dus niet dromen, zeker niet als hij die droom niet zelf in handen heeft. 

In het evangelie durft Jozef wél meegaan in de droom van God, en dat is niet zijn eigen droom. Maar vandaag hebben dromers niet zo’n goede faam. 

Ze worden beschouwd als mensen die niet verder komen dan hun eigen fantasie, en die niets tot stand brengen. 

Ze dromen maar wat aan, terwijl het erop aankomt mee te crossen in de wedloop van het leven en de wereld. Nietsdoeners zijn het, die de trein van het leven en de werkelijkheid missen, zo denken wij.

Maar is dat wel zo? Zijn dromers niet precies mensen die verder springen dan de werkelijkheid van het nu? Die broeden op dingen die de mens, de wereld en het leven waardevoller en beter kunnen maken? 

Waren het niet mensen die ervan droomden te kunnen vliegen als een vogel die de lucht- en ruimtevaart uit de grond hebben gestampt? 

Waren het geen naïevelingen die droomden van vrede, die kort na de tweede wereldoorlog de Europese Unie hebben gesticht? Hun doel was de eeuwenoude vijandschap tussen Frankrijk en Duitsland te doen verdampen. Onmogelijk, zeiden de realisten, totaal onmogelijk! 

En toch gebeurde het, omdat sommigen gelukkig wél in de droom wilden geloven.

Weet je wie de grootste dromer uit de mensengeschiedenis is? Dat is zonder twijfel Jezus. 

Hij sprak over een God van liefde, vergeving en barmhartigheid. 

Een God die een Vader is voor al zijn schepselen. 

‘Waar haalt Hij die onzin!’ werd er gereageerd. ‘God is macht en dwang, straf en wraak, niets anders!’ Zo dachten de meeste joden, zo dachten alle oude volkeren, zo denken vandaag  sommige godsdiensten nog veelal: 

dat God en mens door een immense slagboom van elkaar gescheiden worden. 

Die ingebeelde slagboom heeft Jezus opgeheven, en daarom noemde God Hem zijn veelgeliefde Zoon. Hij openbaarde immers Gods ware gelaat aan de mensen, en gaf ook gestalte aan Gods droom van liefde, goedheid en vrede.

Het is in die droom dat Jozef en Maria willen meegaan. Onafhankelijk van elkaar zeggen ze ja tegen de engel en dus tegen God. 

Het is met zulke mensen dat God een toekomst kan bouwen. 

Dat kan Hij niet met mensen die niet verder willen kijken dan hun eigen wereld en hun eigen werkelijkheid. Hij kan dat alleen met mensen die willen meestappen in zijn droom, die niet zweren bij macht en wapengekletter, maar bij de tedere kwetsbaarheid van een Kind dat de veelgeliefde Zoon van God wordt.

Zusters en broeders, wat doen we? Kiezen we voor het menselijke kortetermijndenken van Achaz of voor de toekomst die God zich in Jezus heeft gedroomd? 

Jezus die mens is zoals wij, en die ook is: Immanuel, en dat betekent

 ‘God met ons’. 

Ik denk dat we niet lang hoeven na te denken. Amen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *