Heijendaalseweg 300, 6525 SM Nijmegen
024 - 355 80 29
sss.nijmegen@kloosterbrakkenstein.nl

Preek van de week

Zondag 29 januari, Pater Jim

Tijdens de voorbereiding van deze overweging werd mijn aandacht getrokken door een bepaald woord in de eerste lezing, uit de profeet Sefanja. Die lezing begint zo: “Zoekt de Heer, gij allen, ootmoedigen van het land.” Het woord dat mij opviel, was “ootmoedigen”. Het is een woord dat niet veel meer wordt gebruikt. Zelfs de klassieke Statenvertaling gebruikt hier een ander woord: “zachtmoedigen”. In de kantlijn wordt daar nog iets over gezegd: het gaat om mensen die zich tot de Heer wenden “in deze verwarde tijden”. 

Verwarde tijden waren er bij Sefanja, en die zijn er ook nu. Zeker internationaal zijn er dingen gaande die de tijd verwarrend maken. Verwarrend en verontrustend. Bijvoorbeeld de oorlog in Oekraïne. Niemand wil een escalatie, en toch is dát wat er gebeurt. In de afgelopen week besloot een aantal westerse landen om zwaar materieel te sturen, en dat baart zorgen. Gaat dit vreselijk uit de hand lopen? Niemand die dat wil, maar het land aan zijn lot overlaten, kan ook niet. 

Terwijl bij ons de Leopard-tanks over het tv-scherm rollen, spreekt Sefanja over zachtmoedigen. Ook Jezus spreekt van zachtmoedigen, in de evangelielezing van vandaag: de zogeheten zaligsprekingen. Jezus zegt: “Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.” Dat is, met een oorlog in gedachten, niet echt een logica die ons vertrouwd is. 

Jezus draait de zaken om, zoals Hij vaker doet, en zeker in de zaligsprekingen. Beter gezegd: Hij plaatst de dingen in een ander perspectief, bijvoorbeeld als Hij zegt: “Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid, want hun behoort het Rijk der hemelen.” Dat laatste zegt Hij ook over de zogeheten “armen van geest”. En de “zuiveren van hart, die zullen God zien”. 

Dit hoofdstuk in Matteus is een cruciaal deel van het evangelie. Als je de zaligsprekingen nader bekijkt, dan kun je daarin een zelfportret van Jezus ontdekken. En daarmee is het een soort richtlijn voor het leven, met aanwijzingen voor ons doen en laten. 

We zouden ons kunnen afvragen: was dat dan nodig? Het joodse volk had toch al lang daarvoor instructies gekregen, zoals de tien geboden en de vele andere voorschriften die te vinden zijn in het Oude Testament. Zeker, en in de tijd van Jezus wordt daar ook vaak naar verwezen. Door de schriftgeleerden en de Farizeeën, en door Jezus zelf. 

Maar er is een belangrijk verschil tussen de oude regels, en de instructies die Jezus geeft. De oude regels zaten als het ware aan de buitenkant. Het waren geboden en verboden die moesten worden nageleefd, maar die weinig zeiden over de gemoedsgesteldheid van degene die zich daaraan hield. Een van de geboden is: gij zult niet stelen. Iemand kan zich daar aan houden simpelweg omdat het niet mag, of ook omdat hij de rechtvaardigheid van die regel inziet. Handelen we uit angst voor straf, of uit liefde voor de naaste?

Jezus heeft hierover regelmatig aanvaringen met de religieuze leiders, die de neiging hebben zich blind te staren op de letter van de wet, en die uit het oog verliezen vanuit welke geest die wet is opgesteld. Jezus botst met leiders die geen rekening willen houden met de bijzondere omstandigheden van een bepaalde situatie, die bang zijn om, zoals dat heet, “een precedent te scheppen”, als ze een keer met de hand over het hart strijken.

In het verlengde van die strengheid ligt in onze tijd de zogeheten “calculerende samenleving”, waarin cijfers maatgevend zijn. Een sector als de thuiszorg weet daar alles van. Om de kosten te beperken, heeft een verzorger een beperkt aantal minuten per klant, en dan kan meestal alleen het hoognodige worden gedaan. Emotionele of affectieve zorg, zoals een tijdje naar iemand luisteren, past niet in dat systeem. Paus Franciscus zei het al, enkele jaren geleden: wat we nodig hebben, is een revolutie van tederheid.

En van zachtmoedigheid. De profeet Sefanja zegt: zoek de zachtmoedigheid. In de context van zijn tijd betekende dat ook: zoek God in alles wat je doet. Zoek zijn nabijheid, zeker wanneer de tijd waarin je leeft een verwarrende tijd is. Vandaag in het Halleluja-vers vóór het evangelie hoorden we: “Aan allen die Hem aanvaardden, gaf Hij het vermogen om kinderen van God te worden.” Als wij zijn kinderen zijn, dan is Hij onze Vader. Die laat ons nooit in de steek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *