
Zondag 22 september, 25e zondag door het jaar, Pater Fons

Broeders en zusters,
We hebben de afgelopen week Prinsjesdag gehad. Aan de ene kant heel veel pracht en praal, met mooie koetsen, de hoedenshow van de dames, met al die deftige dames en heren van de Staten Generaal. Als daarna dan de miljoenennota besproken wordt in de Tweede Kamer, dan wordt volgens de oppositie partijen , mensen met een uitkering weer met meest getroffen.
De grote man en de kleine man, ook in een democratisch land als het onze is daar nog een heel groot verschil tussen.
In het evangelie van vandaag maakt Jezus ons duidelijk dat zijn voorkeur uitgaat naar de kleine man.
Groot is in zijn ogen degene die zich dienstbaar maakt aan anderen. En daarmee hanteert hij een totaal ander criterium voor grootheid dan wij in onze maatschappij gewend zijn. Het is goed om daar even over na te denken.
Preek 25b
Waar heb je de laatste tijd over geredetwist? Luister eens met die vraag in het achterhoofd naar de evangelietekst waarin wij enkele flarden opvangen van zo’n gesprek van Jezus met zijn apostelen. Ze zijn onderweg, ze trekken door de provincie Galilea in de richting van Jeruzalem. Een tocht van het noorden naar het zuiden van het land. Wat ze onderweg zeggen verschilt niet zoveel van wat wij onderweg met vertrouwelingen zouden bespreken. |
Eerst en vooral: wat gaan we doen in Jeruzalem, wat zal daar gebeuren, wat staat ons daar te wachten? Eerst bespreekt Jezus wat er in Jeruzalem te verwachten valt, waar zijn eigen levensweg naartoe leidt.
In Galilea had hij bijval genoten van het volk. Zij hadden hem daar zelfs tot koning willen uitroepen. Maar in Jeruzalem zou het anders zijn.
De hoogste kringen van priesters en wetgeleerden namen duidelijk afstand.
Ze gingen moeilijkheden maken, hem het zwijgen op leggen, en hem misschien vermoorden.
De apostelen verstonden die logica niet.
Was het wel nodig zo consequent de gevolgen van je werk en prediking te aanvaarden?
Het viel hen moeilijk de droom van glorie los te laten en de nuchtere wetten van het leven in te zien.
Wij weten het allemaal: die weg gaan van het ideaal naar de realiteit, van de illusie naar de concrete gegevens, van de heerlijke droom naar de nuchtere ontgoocheling, blijft een moeilijke opgave.
Tot op het laatste dachten de apostelen: misschien valt het allemaal nog wel mee in Jeruzalem.
Ze wilden de kwetsbaarheid van de eerlijke levensweg niet inzien.
En dat wordt nog duidelijker als hun levensweg ter sprake komt.
’Waar hebben jullie het onderweg over gehad’, vroeg Jezus.
Ze hadden gesproken over hun kansen tot promotie in het komende rijk van God.
Ze gingen toch naar de hoofdstad, en wellicht werd Jezus daar tot koning uitgeroepen.
Er was zelfs twist ontstaan wie van hen de eerste, wie de grootste zou worden.
Ruzie – onenigheid in het groot en in het klein, komt bijna altijd voort uit het feit dat de één zich belangrijker acht dan een ander, de beste plaatst opeist voor zichzelf. Dat leze we ook in de brief van Jacobus, de 2e lezing vandaag.
“Gij begeert dingen die gij niet kunt krijgen”, schrijft Jacobus.
Nu zal Jezus proberen ook hen te helpen om de weg te gaan van droom naar werkelijkheid. Hij doet dit heel aanschouwelijk.
Er liep daar een kind voorbij. Jezus riep het, plaatste het in het midden van de kring en zei:
’In het leven zijn zij de grootsten die allen -zelfs de kleinsten – dienen.
Dat is mijn levensweg, zo moet jullie levensweg worden.’
Een kind in het midden plaatsen is meer dan een vertederend beeld.
In Jezus’ dagen riep het kind geen gevoelens van lieftalligheid op.
Het kind werd vooral gezien als nog niet redelijk, nog niet zelfredzaam, dus kwetsbaar en voor alles afhankelijk van anderen om in leven te kunnen blijven. Kinderen waren wel geliefd, maar telden niet mee, ze moesten immers gediend en geholpen worden.
Als je mijn volgeling wil zijn, zei Jezus, als je een belangrijke plaats zoekt in het rijk van God, neem het dan op voor de kleinsten, de zwaksten, de geringsten.
Waar hebben wij de laatste tijd over geredetwist?
Misschien over een uitspraak van een kerkleider, problemen in de kerk, over de politiek, prinsjesdag, de algemene beschouwingen, over het asylprobleem misschien het kinderpardon……. Moeten we wel of niet opnemen,.
Misschien over het groeiend conflict in het Midden-Oosten. De vrede is nog ver weg.
En misschien nog het meest geredetwist over de praktische dingen van het dagelijkse werk en huishouden.
Als we echter redetwisten over de evangelische levensweg in onze samenleving, in de kerk, dan is niet de hiërarchie het belangrijkste, maar broeder- en zusterschap en dienstbaarheid onder allen, zonder onderscheid.
De kwaliteit van onze levensweg zal af te meten zijn aan de graad van onze dienstbaarheid.
Een mooi voorbeeld, een uitspraak las ik bij
Etty Hillesum, een Nederlandse die in het concentratiekamp haar leven liet, zei zonder enige pretentie: “Ik wil God helpen om Hem zijn zorg voor mensen waar te helpen maken,”
Amen.