
Zondag 12 januari, de doop van de Heer, pater Aloys

Het dopen van iemand is ons allen wel bekend, maar wat weet u er nog van….
Ik denk niemand meer, U of U ……?
Met de doop komt de dopeling met zijn hoofd boven het water en de doper doet met zijn hand of een schelp water over het hoofd vloeien. Nu hedendagen wordt dit gedaan met het uitspreken “ ik doop jou In de naam van de Vader, de Zoon en de heilige Geest” .In de tijd van Jezus was dit ook een vertrouwd gebeuren. Hij stond in de rivier de Jordaan en werd gedoopt door Johannes. Nu zouden wij zeggen in een waterplas, in het Wielermeer, Hatertse vennen of de Beerendonk. De doper dompelde de doopleerling onder het water. Alsof de doopleerling moest voelen wat water kan doen. Reinigen en schoonwassen. Water kan ook een mens benauwen en vernietigen maar ook levens vernieuwend zijn. Zonder water kunnen wij niet bestaan, niet leven. Water is levensverwekker en levensdrager.
God is een God van levenden. Je bent niet geroepen tot de dood maar het leven. Je bent Gods lieveling. Iemand een lieveling noemen dat doe je niet bij iedereen. Zo openbaarde God zich in Jezus en dat teken is verder zichtbaar geworden in Jesus. Zoals hij mensen aansprak, zoals hij mensen ook toekomst gaf. Daarom is de doop denk ik, het teken van van het lid worden van de Kerk. De Kerk is geroepen om zo in de wereld te staan. Dat vraagt ook aan haar om terug te keren naar de bron. Daarom is er een heilig jaar, een synode, een kerkelijke vergadering om eens goed te kijken naar ons zelf.
Om in het water van de doop ons te spiegelen. Wat heb ik van mij zelf gemaakt?
Wat hebben wij ervan gemaakt? Je ziet in de kerkgeschiedenis een voortdurende ontwikkeling. Over een aantal weken vieren we hier de geboortedag van Pater Eymard, zijn doopdag . Ook pater Eymard ging terug naar zijn bron, de doop. Hij noemde het zelf de belangrijkste dag. En ook in hem was er strijd tussen goed en kwaad en ook in hem was groei van angst tot liefde tot God.
Als gedoopt zijnde, zijn we allemaal verantwoordelijk voor het gezicht van onze kerk en het Christelijk leven.
Door het opstaan uit het water zegt men altijd als het ware “de mens blijft niet nietig zitten” maar kan ook opstaan. Zonder water zijn wij nergens.
Laten we deze dag in vreugde vieren en weten dat je niet alleen bent of niet soms .?
Vandaar dat ik u allen die hier in de kerk aanwezig zijn, opnieuw zal zegenen met het doopwater om ons te herinneren aan ons doopsel en met deze zegening dit nieuwe jaar weer binnengaan en om ook deze zegeningen te delen met een ander. Hierna zullen we de uitgereikte kaarsen ontsteken aan de paaskaars onder het zingen van een dooplied