
Bijdrage Eva Martens – radioprogramma Zin in zondag – 1 juni 2025
Bron: https://www.gld.nl/de-zingever
In de christelijke traditie heet vandaag Wezenzondag. Donderdag was het hemelvaart en volgende week is het Pinksteren. Daartussen staan we stil bij hoe wij mensen zijn als weeskinderen.
Of we nu onze ouders verloren hebben, of juist niet, een heel warme fijne band met ze hebben, of juist niet, ik denk dat iets van verweesd zijn in ons allemaal zit. Zonder pathetisch te doen, maar ieders leven begint met het verlies van een veilig warm thuis; als een hulpeloze afhankelijke naakte baby komen we ter wereld, die alleen maar kan huilen in de hoop dat iemand zich over je ontfermt.
En er zijn veel redenen om je, ook als je daar goed doorheen gekomen bent, niet helemaal thuis te voelen in deze wereld. Wezenzondag nodigt ons uit om bij dat gevoel niet weg te vluchten, maar erbij stil te staan.
Met hemelvaart, zo vertelt het bijbelverhaal, staan de leerlingen van Jezus naar de hemel te staren, waarin ze Jezus juist in een wolk zagen opstijgen. Dat klinkt als een vreemd science fiction element in het verhaal, Jezus die na de opstanding uit de dood ook nog de ruimte in wordt gelanceerd.
Maar wij mensen zijn altijd hemelstaarders geweest, dus die blikrichting is ook weer niet vreemd. Misschien komt die nieuwsgierigheid, dat verlangen naar die hemel, ook wel uit onze verweesdheid voort.
Ik weet nog heel goed, de eerste keer dat ik met mijn ouders naar de sterrenwacht ging, ik was 9. Het meeste indruk maakte op mij een doodgewone emmer. Die was gevuld met heel fijn zand, dat ik door mijn vingers mocht laten glijden om te voelen hoe klein de korreltjes waren. Zoveel zandkorreltjes als in deze emmer zitten, vertelde de sterrenkundige me, zoveel sterren zijn er in de Melkweg. Terwijl ik me die werkelijkheid probeerde voor te stellen werd ik duizelig. Niet langer waren de sterren lichtpuntjes in de donkere hemel, maar een kille leegte met magnifieke, wonderlijke landschappen, waarin dit leven nietiger is dan nietig.
Niet zo lang daarna verloor ik mijn vader. Zo onherbergzaam kan het hier op aarde dus zijn. Ieder van ons leert dat vroeg of laat. Als je de scheuren van deze wereld eenmaal ziet, dan kun je ze niet meer niet meer zien. De gebrokenheid van dit alles. Vaak keek ik naar de hemel en voelde me vanbinnen net zo leeg als het daarboven is.
De blik op de hemel is voor ons verweesden al lang geen vluchtroute meer naar een ongeschonden oord. De ruimte om de aarde en de dichtstbijzijnde hemellichamen zijn politiek gebied, potentieel opslagruimte voor ons afval, ruimte om te koloniseren, te bouwen en te verkopen. Ook de hemel draagt de scheuren van onze gebroken wereld.
‘wat staan jullie daar nou naar de hemel te staren.’ Komen twee hemelbewoners de leerlingen vragen, om hen zo weer met de voeten op de aarde te zetten.
Als ik om me heen kijk, na deze korte ruimtereis vanaf de aarde, dan besef hoe gematigd en zachtaardig ze eigenlijk is. Vanaf de aarde bezien is alles buiten onze dampkring extreem: de afstanden, de landschappen, de temperaturen. Maar deze planeet past ons als een handschoen.
Die gedachte maakt dat ik me op een nieuwe manier thuis voel op de plek waar ik ben. Die perfect afgestemde atmosfeer die maakt dat de lavendelplant in mijn tuin groeit.
Dat we kunnen ademen, praten, elkaar begroeten. Alsof ik dankzij mijn aandacht op het allergrootste beter kan omgaan met het allerkleinste. Het relativeren helpt me te relateren.Lieve luisteraar, laten we vandaag onze verweesdheid onze blik laten bepalen, misschien vinden we tussen de scheuren op onverwachte plekken een nieuw thuis.