Heijendaalseweg 300, 6525 SM Nijmegen
024 - 355 80 29
sss.nijmegen@kloosterbrakkenstein.nl

Zondag 19 oktober, 29e zondag door het jaar

Door Pater Fons.

‘Moed is niet de kracht hebben om door te gaan; het is doorgaan wanneer je die kracht niet meer hebt’.  Het is een uitspraak van een president van Amerika, Theodore Roosevelt, die in 1906 als eerste Amerikaan de Nobelprijs voor de vrede ontving. Roosevelt was geen onbekende  met uitdagingen of moeilijkheden, zowel in zijn persoonlijke als publieke leven. Zou hij alles bereikt hebben wat hij heeft gedaan zonder de gave of de deugd van volharding? 

Een indrukwekkend voorbeeld van volharding zijn de zusters van de Missionarissen Dienaressen van het Heilig Sacrament, die op de poster van Missiezondag afgebeeld ziet. In de stad Loikaw in Myanmar leidden zij een internaat voor 60 meisjes. Maar toen de bommen vielen moesten ze samen met de meisjes vluchten. Ze verstopten zich in het oerwoud, voordat ze eindelijk een veilige plek vonden. En weer opnieuw begonnen. Missio houdt dit jaar actie voor hen.

De liturgie van vandaag biedt ons een diepgaande meditatie over de kracht van volharding— in gebed, in geloof en in onze missie als leerlingen. We worden eraan herinnerd dat de geloofsweg niet altijd gemakkelijk is, maar altijd de moeite waard. 

Er wordt weleens gezegd in het Midden-Oosten is het nooit rustig.

In de eerste lezing van vandaag zijn we getuige van een dramatisch moment in de geschiedenis van Israël. Het volk wordt aangevallen door de Amalekieten, en Mozes, hun leider, staat op een heuvel met de staf van God geheven in zijn handen. Terwijl zijn handen omhoog zijn, heeft Israël de overhand. Maar als hij moe wordt en zijn handen laat zakken, krijgt de vijand de overhand. 

Daarom komen Aäron en Chur naast hem staan en ondersteunen zijn armen tot de strijd is gewonnen. 

Dit is meer dan een verhaal over militaire overwinning; het is een les in smeekgebed en onderlinge steun. 

Mozes’ geheven handen symboliseren biddende afhankelijkheid van God. 

De overwinning komt niet alleen door menselijke kracht, maar door goddelijke hulp. En als Mozes moe wordt, wordt hij niet alleen gelaten. Zijn metgezellen ondersteunen hem, letterlijk en geestelijk.

Hoe vaak bevinden wij ons in een soortgelijke strijd, tegen ontmoediging, verleiding of lijden? Net als Mozes worden wij moe. Maar God vraagt niet van ons om alleen te vechten. Hij geeft ons de Kerk, het Lichaam van Christus, om ons te ondersteunen. Wij worden geroepen om als Aäron en Chur voor elkaar te zijn, elkaar op te tillen in gebed, bemoediging en liefde.

Sint Paulus, aan het einde van zijn leven, zet onze meditatie over de deugd en kracht van volharding voort. Paulus spoort zijn jonge leerling aan trouw te blijven aan de Schrift en aan de leer die hij heeft ontvangen. ‘Verkondig de boodschap,’ zegt Paulus, ‘en, of men het nu wil horen of niet, houd eraan vast.’ Paulus weet dat Timoteüs weerstand zal ondervinden. 

De wereld zal het Evangelie niet altijd verwelkomen. Maar het Woord van God is niet gebonden aan tijd of omstandigheden. Het is ‘door God geïnspireerd en kan nuttig zijn voor onderricht, voor het weerleggen van dwalingen, voor het leiden van mensenlevens en het onderwijzen in heiligheid.’ 

Met andere woorden, het is ons anker in de storm, onze gids in het donker. 

Ook wij worden geroepen om volhardend te zijn in het Woord. 

In een cultuur die vaak gemak boven overtuiging stelt, worden we eraan herinnerd dat trouw zijn niet om gemak draait, maar om volharding. 

Of we nu worden toegejuicht of tegengewerkt, we worden geroepen om het Evangelie met moed en consistentie te leven en te verkondigen.

En dan, in het Evangelie van Lucas, vertelt Jezus een gelijkenis die alles samenbrengt: het verhaal van de volhardende weduwe. 

Zij is een vrouw zonder macht of invloed, maar ze weigert op te geven. 

Dag na dag komt ze bij de onrechtvaardige rechter en eist recht. 

Uiteindelijk geeft de rechter toe, niet omdat hij rechtvaardig is, maar omdat hij moe wordt van haar aandringen. 

Jezus gebruikt deze gelijkenis om ons te leren over de noodzaak van gebed. 

‘Bid altijd,’ zegt Jezus, ‘en verlies de moed niet.’ Als zelfs een onrechtvaardige rechter bewogen kan worden door volharding, hoeveel te meer zal onze liefdevolle God reageren op zijn kinderen die in nood roepen?

Maar Jezus eindigt met een vraag die het hart raakt: ‘Maar als de Mensenzoon komt, zal hij dan geloof vinden op aarde?’ 

Dit is niet zomaar een retorische vraag; het is een uitdaging. Zullen wij trouw blijken te zijn? Zullen we blijven bidden, geloven, hopen, zelfs als antwoorden uitblijven? 

De volharding van de weduwe is niet zomaar koppigheid; het is geloof in actie. Ze gelooft dat gerechtigheid mogelijk is en weigert het zwijgen opgelegd te krijgen. Haar voorbeeld roept ons op tot een gebedsleven dat niet passief is, maar actief; niet af en toe, maar voortdurend.

Onze Schriftlezingen van vandaag leren ons dat gebed krachtig is, niet omdat het God verandert, maar omdat het ons verandert. Ze leren ons dat de Schrift essentieel is, niet alleen voor kennis, maar voor verandering. 

En ze leren ons dat geloof een reis is, een die volharding, gemeenschap en vertrouwen vereist.

Laten we dan mensen zijn van volhardend gebed, trouwe getuigen en van onwankelbare hoop. Laten we elkaar opheffen, zoals Aäron en Chur deden. 

Laten we het Woord verkondigen, zoals Paulus aanspoorde, zoals eeuwenlang de missionarissen deden En laten we zonder ophouden bidden, zoals Jezus leerde. En als de Mensenzoon komt, moge Hij in ons een geloof vinden dat stand heeft gehouden. Amen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *