Heijendaalseweg 300, 6525 SM Nijmegen
024 - 355 80 29
sss.nijmegen@kloosterbrakkenstein.nl

Preek van de week

Zondag 9 juni, 10e zondag door het jaar, Pater Jim

Het zal een jaar of dertig geleden zijn dat ik in de Amerikaanse staat Florida een bezoek bracht aan het stadje Celebration. Celebration bestond toen nog niet zo lang. Het was compleet nieuw gebouwd in opdracht van het bedrijf Disney. Zoals u weet: Disney doet in sprookjes, en het bedrijf wilde op die plaats een sprookje werkelijkheid laten worden. 

Het plan voor Celebration was ontstaan uit onvrede met, laten we zeggen, het moderne leven. Onvrede over het verdwijnen van gemeenschappen, over het langs elkaar heen leven, over de toename van criminaliteit, enzovoort. Disney wilde terug naar een tijd van geborgenheid, van ouderwetse gezelligheid en onderling vertrouwen. Denk aan Jan Terlouw, die enkele jaren geleden een terugkeer bepleitte van het touwtje uit de deur – voor velen een symbool van veiligheid en gemeenschapszin.

Celebration was een modelstadje, met een nostalgische architectuur, en met veel regels om alles in goede banen te leiden. Men begon vol goede moed, maar na verloop van tijd ontstonden de eerste barsten in het ideaal. De een wilde een voordeur in een kleur die niet paste in het voorgeschreven palet, de ander liet rommel slingeren op de veranda, een derde maakte te veel lawaai. Er ontstond een kloof tussen ideaal en werkelijkheid.

Ooit, in den beginne, is dat ook gebeurd in het paradijs – we hoorden daar zojuist over in de eerste lezing. God had een ideale wereld geschapen; de mens had daar alles wat hij wilde, en leefde in gemeenschap met God. Maar er was ook een belangrijke regel: de mens moest in God zijn meerdere erkennen door niet te eten van die ene boom. Dat ging dus verkeerd, en daar begint deze lezing. 

In de eerste zin is God op zoek naar de mens, en vraagt: “Waar ben je?” Het zijn slechts een paar woorden, maar die zijn vervuld van goddelijk verdriet en verlangen. Er gaat een verloren wereld achter schuil. Vóór het eten van de boom hoefde God nooit te vragen waar de mens was, want ze leefen een eenheid van liefde en vertrouwen. 

De vraag belicht de eenzijdig verbroken relatie, en die blijkt ook uit het gedrag van de mens: Adam en Eva verbergen zich voor God, uit angst en schaamte voor hun gedrag. En dat gedrag wordt nog treuriger: Adam geeft Eva de schuld – ook de onderlinge eenheid is verbroken. 

Zo bezien is deze eerste lezing niet iets om vrolijk van te worden. Maar aan eind staat iets dat een sprankje hoop kan bieden. God richt zich tot de slang, de aanstichter van het kwaad, en zegt dat ooit zijn kop zal worden verbrijzeld. Met andere woorden: het kwaad zal eens worden overwonnen. 

Dat thema komt terug in de evangelielezing van vandaag. Jezus drijft kwade geesten uit, en zijn tegenstanders beweren dat Hij dat alleen maar kan omdat Hij zelf met het kwaad verbonden is. Waarop Jezus zegt: kwaad dat kwaad bestrijdt, is als een rijk dat innerlijk verdeeld is; het kan geen stand houden. Hij zegt niet vanuit welke macht Hij dan wel te werk gaat, maar dat blijkt indirect uit de volgende passage. 

Die vertelt dat de moeder en de broeders van Jezus naar Hem op zoek zijn. Jezus vraagt dan: “Wie is mijn moeder? Wie zijn mijn broeders?” Hij geeft zelf het antwoord: “Zij die de wil van God volbrengen.” 

Met die uitspraak zijn we terug bij de eerste lezing, die uitdrukkelijk gaat over de wil van God. Over de mens in het paradijs, die de opdracht had meegekregen om te leven volgens de wil van God en dus volgens zijn voorschriften. Maar dat bleek te veel gevraagd. Jezus herinnert ons aan dat basisgegeven van het leven. Steeds moeten we keuzes maken, en de vraag is wat daarbij leidinggevend is. 

Een van de thema’s die dan aan de orde zijn, is dat van gemeenschap. In het paradijs verborg de mens zich voor God na een keuze vóór het eigenbelang en tégen de gemeenschap met God. In het Amerikaanse droomstadje Celebration ontstonden na verloop van tijd grote problemen door de spanning tussen het eigenbelang en het gemeenschappelijk belang. 

Die spanning doet zich overal voor waar mensen samenleven, en in die zin is ook óns rijk innerlijk verdeeld. Jezus weet dat – Hij die zegt: Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Uiteindelijk gaf Hij zichzelf aan het kruis, opdat wij de weg zouden kunnen terugvinden naar de gemeenschap met de Vader. 

Dat terugvinden gaat niet vanzelf en misschien raken we onderweg ontmoedigd door alles wat er misgaat in de wereld, en in ons eigen leven. In dat geval mogen we inspiratie putten uit de woorden van de apostel Paulus in de tweede lezing van vandaag. Hij schrijft: “Ons innerlijk leven vernieuwt zich van dag tot dag. Wij geven de moed niet op.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *