Zondag 16 april, Beloken Pasen, Pater Fons
Wie kent het niet, misschien bij de voorjaarsschoonmaak, dat bij het opruimen van de kast daar ineens die schoenendoos of dat album met foto’s van vroeger tevoorschijn komt. Eventjes kijken naar dat kiekje van het eendrachtige gezin en daar een met het volledige docentencorps bij de opening van de nieuwe school of de gezamenlijke collega’s bij het nieuwe bedrijfspand, of van een PAX Christi voettocht of een demonstratie. Bijzonder mooi zijn die foto’s van de huwelijksdag, of zoals bij ons, kloosterlingen, van een klas bij hun professie of priesterwijding, of missionarissen op de boot naar hun missiegebied.
Wat gaf dat een warm gevoel om samen met gelijkgezinden aan een karwei te beginnen, aan een toekomst te gaan bouwen.
Er is sinds het maken van die foto’s heel wat gebeurd. De kinderen zijn hun eigen weg gegaan, school, bedrijf en congregatie hebben de zoveelste reorganisatie achter de rug, menig ruzietje en zelfs hier en daar oorlog liggen er tussen toen en nu.
Toch is het fijn om er nog eens aan terug te denken, want het kan wel,
die eensgezindheid, dat wij-gevoel, dat gezamenlijke enthousiasme en die verdraagzaamheid onder heel verschillende mensen.
Het kan meer dan nuttig zijn om die doos of dat album weer eens door te kijken, vooral op momenten in het heden, die een minder fraaie aanblik geven.
Dan is het een opsteker, een bemoediging om het verleden naar voren te halen.
Die eerste christenen hadden geen foto’s, maar ze hadden wel beelden in hun hoofd en natuurlijk verhalen.
Vandaag lezen we, in de Handelingen, over een groep die één van hart en ziel was. De rijken schonken een deel van hun bezittingen aan geloofsgenoten die tekort kwamen. Niemand kwam tekort. Dat was fantastisch!
Zo’n herinnering wordt wellicht nog wat mooier voorgesteld dan de werkelijkheid was, maar dat mag, want zo’n beeld, zo’n voorbeeld kan dienen als ideaal om naar te streven.
De apostel Paulus vermaant in een van zijn brieven de christenen die het presteerden om op de bijeenkomsten zich te goed te doen aan hun eigen meegebracht maaltje, terwijl aan dezelfde tafel medechristenen zaten honger te lijden. “Zo zijn mensen nu eenmaal”, zou je zeggen, maar dat blijkt toch ook anders te kunnen.
Er zit een bemoediging in sommige beelden van het verleden, dat het ondanks alles toch nog eens wat wordt.
Schitterend zoals die apostelen na Jezus’ dood elkaar overeind hielden en dan plotseling Jezus in hun midden, zelfs een twijfelaar zoals Thomas wordt in de groep verdragen en tenslotte nog over de streep getrokken.
Dat is een beeld om nooit te vergeten vooral niet als al kort daarna ook onder de eerste christenen de meningen uiteen lopen en menige twijfelaar het pas verworven geloof voor de voeten loopt.
Dit zijn verhalen, beelden uit het verleden die ook voor ons een bemoediging zijn.
Er zijn sinds die tijd trouwens nog heel wat van die verhalen bij gekomen.
De 2000 jaar kerkgeschiedenis laat heel wat eensgezinde christenen zien, die van elk bezit afstand hebben gedaan gewoon voor de ander die tekort komt.
Christenen hebben elkaar gesteund en vastgehouden door tegenslagen en vervolgingen heen. En ze doen dat in onze tijd op veel plaatsen nog, juist daar waar ze regelrecht naar het leven worden gestaan, Noord-Korea, in China, Pakistan, in delen van India en nog zo veel landen meer.
Het kan niet uit blijven of we worden weer terug geworpen op allerlei kortzichtig geruzie in alle geledingen van Gods kerk over conservatief en progressief, op de armen en onderdrukten die worden vergeten, op twijfelaars en onverschilligen om ons heen en gekrakeel over leerstellingen en standpunten.
Helaas komen door het synodaalproces ook meningsverschillen boven drijven.
Dan zijn die ideaalbeelden uit verleden en heden onmisbaar om overeind te blijven.
Dat is de goede raad die ons vandaag wordt meegegeven: Haal dat album of die doos, die mooie beelden van het verleden regelmatig voor de dag om ons er nu door te laten bemoedigen.
Het is nog lang niet alles, maar het kan, net als toen of elders, best nog wat worden. Amen.