Heijendaalseweg 300, 6525 SM Nijmegen
024 - 355 80 29
sss.nijmegen@kloosterbrakkenstein.nl

Van de schoonheid en de troost (1205)

Vandaag begint de advent, tijd van verwachting en uitzien. Wij zien uit naar de geboorte op Kerstmis van het Kind, in wie God het mensenleven ten volle heeft willen delen. Maar wij zien ook uit naar Hem die altijd de Komende is en die voortdurend bij verrassing en bijna onzichtbaar onze mensenwereld binnendringt, overal waar vrede en gerechtigheid zich aankondigen, hoe klein ook. De liturgie trekt de sobere kleur paars aan, niet omdat de advent net als de veertigdagentijd een vasten- en boetetijd zou zijn. Dat was hij in de middeleeuwen wel geworden en die vasten begon al daags na Sint Maarten (11 november) en heette daarom ook de Sint-Maartensvasten. Maar al in het begin van de vorige eeuw is in de rooms-katholieke kerk (met het kerkelijk wetboek van 1917) de verplichting tot vasten in de advent opgeheven. De nadruk ligt nu op inkeer, bezinning en vreugdevolle verwachting en ook dat wordt door de kleur paars uitgedrukt.

Met de advent begint ook een nieuw liturgisch jaar. We gaan jaar B binnen, het jaar waarin de evangelielezingen doorgaans uit het evangelie volgens Marcus komen. In de advent en in andere sterkte tijden is dat niet altijd het geval, maar op de eerste twee zondagen lezen we in elk geval wel al uit Marcus. Vandaag is dat volgens het rooms-katholieke leesrooster Marcus 13,33-37. Het oecumenische leesrooster begint al eerder, bij vers 24 en eindigt ook bij vers 37. Mooi is dat beide leesroosters vandaag ook de eerste lezing en de epistellezing met elkaar gemeen hebben (uit Jesaja 63 en 1 Korintiërs 1), zoals trouwens ook volgende week en ook op de vierde zondag van de advent.

In de advent zien wij uit naar de komst van het Licht, en meteen op de eerste zondag worden we al wakker geroepen. Het evangelie van deze zondag is immers een oproep tot waakzaamheid. Die oproep maakt deel uit van een toespraak die Jezus in Jeruzalem houdt, zittend op de Olijfberg tegenover de tempel, en met alleen maar vier vertrouwde leerlingen om zich heen, Petrus, Jakobus, Johannes en Andreas. Hij kondigt de komst van de mensenzoon aan, die zal volgen op dagen van verdrukking en gruwel. Maar het nieuwe breekt al aan, klein en onopvallend, en daarvoor gebruikt hij het beeld van de vijgenboom: als zijn takken uitlopen en in blad schieten, dan weet je dat de zomer in aantocht is (deze passage maakt op het oecumenische leesrooster vandaag ook deel uit van de evangelielezing). 
Dan volgt de oproep tot waakzaamheid: blijf bij de les, je moet het nieuwe wel willen zien. Jezus legt die oproep weer uit met een parabel: een man ging op reis en vertrouwde het beheer over zijn huis toe aan dienaren, die elk een eigen taak kregen, waaronder die van deurwachter. Hun opdracht was om waakzaam te blijven, want zij wisten niet wanneer de heer des huizes terug zou komen. Dat kon op elk moment van de dag of de nacht zijn. Zorg dus dat je niet indommelt, maar sta wakker in het leven.
De andere twee iets jongere synoptische evangelisten, Matteüs en Lucas, hebben vrijwel alles uit dit gedeelte van Marcus overgenomen. Maar bij geen van hen is de oproep tot waakzaamheid zo sterk als bij Marcus. De parabel wordt er door ingeleid en uitgeluid. De openingszin is prachtig, ook als begin van de advent: ‘Wees alert (NBV21: pas op; Willibrordvertaling: weest op uw hoede; Naardense Bijbel: kijkt uit), weest waakzaam (Naardense Bijbel: val niet in slaap), want jullie weten niet wanneer die tijd (het moment, het ogenblik) daar is.’ ‘Die tijd’ is in het Grieks καιρός, en dat is niet de chronologische tijd van klok en kalender, maar dat is de kwalitatieve tijd, de innerlijk beleefde tijd, de tijd waar het op aankomt, de tijd waarin de belangrijke dingen gebeuren. En Marcus sluit de parabel af door de oproep nog eens te herhalen: ‘wat ik tegen jullie zeg, zeg ik tegen iedereen: wees waakzaam (Naardense Bijbel: blijft wakker).’ In het Grieks staat er γρηγορεῖτε, en dat is een ander werkwoord dan in vers 33 voor het waakzaam zijn wordt gebruikt (daar gebruikt Marcus het werkwoord ἀγρυπνέω, dat bij hem maar eenmaal voorkomt en vooral het niet in slaap vallen uitdrukt). Het beklemtoont nog meer het om je heen kijken. Het wordt in deze evangelielezing drie keer gebruikt, bijvoorbeeld ook voor wat de deurwachter in het huis moet doen. Marcus gebruikt het ook elders in het evangelie nog drie keer (Matteüs gebruikt het ook zes keer en Lucas twee keer). Het is een sleutelwoord in zijn evangelie: sluit je ogen niet, leef met je ogen open en zie wat er om je heen gebeurt. De volgende week zal blijken dat die boodschap al bij de opening van het Marcusevangelie klinkt.

Wat een mooi begin van de advent: tijd van waakzaam leven, met de ogen open, om te zien waar het Licht al doorbreekt!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *