Heijendaalseweg 300, 6525 SM Nijmegen
024 - 355 80 29
sss.nijmegen@kloosterbrakkenstein.nl

Preek van de week

Zondag 14 mei, 6e zondag van Pasen, Pater Jim

Hoe is het om alleen te zijn? En dan niet uit vrije keuze, maar omdat het je overkomt. Het kan zijn dat iemand die belangrijk voor je is, komt te overlijden. Of dat je partner je verlaat, om wat voor reden dan ook. In recente jaren met de coronacrisis kregen we te maken met nog een ander soort alleen zijn. Veel ouderen in zorghuizen moesten in quarantaine op hun kamer; een knuffel was er niet meer bij. 

Over verlaten worden gaat het vandaag in de evangelielezing. De plaats van handeling is de Bovenzaal in Jeruzalem. Dat is de plaats waar Jezus tijdens het Laatste avondmaal de eucharistie heeft ingesteld. Maar het is ook de plaats van de afscheidsrede van Jezus, waaruit we vandaag een stukje horen. “Nog een korte tijd,”zegt Hij, “en de wereld ziet Mij niet meer.” 

Jezus begrijpt dat zijn leerlingen bedrukt raken van dit nieuws. Drie jaar lang hebben ze onder zijn leiding rondgetrokken. Hij liep voorop, Hij wees de weg, en deed allerlei wonderen… En nu zien ze de leegte aankomen, de stuurloosheid, het verdwijnen van een vaderlijke vriendschap. Hoe ga je dan verder? Hoe richt je je leven opnieuw in, zonder de inbreng van die ander, zonder de liefde en de zorg. 

Jezus ziet de ontreddering bij zijn leerlingen, en doet dan ook meteen een belofte die zijn leerlingen gerust moet stellen. Hij zegt: “Ik zal jullie niet verweesd achterlaten. De Vader zal jullie een andere Helper geven.” Dat gaat over de komst van de H. Geest. 

De leerlingen zullen die twee keer ontvangen. De eerste keer is al vier dagen later, op de dag van de Verrijzenis, als Jezus in diezelfde Bovenzaal plots in hun midden staat. Hij blaast over hen en zegt: “Ontvang de heilige Geest.” De tweede keer is vijftig dagen later, met Pinksteren, in dezelfde ruimte. 

Ik zal jullie niet verweesd achterlaten – Jezus zegt dat tegen de apostelen, Hij zegt dat tegen ons, en Hij zegt dat ook over de kerk. De kerk zal worden toegerust met een Helper. Hoe krachtig die Helper in het begin was, hebben we de afgelopen weken kunnen lezen in het boek Handelingen, over het ontstaan en de snelle groei van de kerk, vaak tegen heftige onderdrukking in.

In onze tijd zouden we het gevoel kunnen krijgen dat de Helper verdwenen is. De kerk maakt immers een moeilijke tijd door, met leegloop en schandalen. Kerkgebouwen krijgen nieuwe bestemmingen. 

En toch, God laat zijn kerk niet verweesd achter. De Vader geeft haar ook nu een Helper. Naast alle problemen zien we ook tekenen van hoop. Op plaatselijk niveau, waar bescheiden geloofsinitiatieven tot bloei komen, als plantjes op een rotsige grond. En we zien iets gebeuren in de kerk als geheel, waar paus Fanciscus een synodaal proces in gang heeft gezet, dat kan leiden tot een opnieuw bij de tijd brengen van de kerk. Misschien opent de Geest deuren waarvan wij niet wisten dat ze bestonden.

Zoals gezegd: de apostelen ontvingen de Geest twee keer. Dat geldt ook voor ons: de eerste keer was bij het doopsel, de tweede keer bij het vormsel. Je zou kunnen zeggen: die eerste keer was het voor onszelf; toen ontvingen we de Geest om tot christen te worden gevormd. De tweede keer, bij het vormsel, ging de zalving gepaard met een opdracht tot verkondiging. Je kunt ook zeggen: een opdracht om het evangelie in praktijk te brengen. 

Jezus heeft de Helper gestuurd – dat vieren we binnenkort met Pinksteren. In ons dagelijks leven mogen we altijd een beroep op Hem doen, bijvoorbeeld door het gebed “Kom, heilige Geest.” Maar het kan ook de bedoeling zijn dat wíj die helper zijn. Dat we geroepen worden om anderen bij te staan. Want het is belangrijk dat niemand verweesd achterblijft.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *