Heijendaalseweg 300, 6525 SM Nijmegen
024 - 355 80 29
sss.nijmegen@kloosterbrakkenstein.nl

Preek van de week

Zondag 24 september, pater Fons

Beste mensen,
de parabel die we zojuist hoorden komt eigenaardig over.
Er gebeuren onverwachte, verrassende dingen
in dat verhaal.
 

Arbeiders die ’s ochtends héél vroeg
met het werk beginnen,
die de hitte van de dag trotseren,
krijgen bij de uitbetaling ’s avonds
evenveel loon als de arbeiders
die maar om vijf uur in de namiddag beginnen werken zijn.
Zelfs de vakbonden zouden in zo’n geval meteen reageren!
Zij zouden onmiddellijk de kant
van de werkers-van-het-eerste uur kiezen
en hun protest overnemen.

Het is ook geen verhaal dat we afgelopen Prinsjesdag in de troonrede hoorden.

En toch is er geen sprake van onrecht.
De werknemers-van-het-eerste-uur krijgen,
zoals overeengekomen, correct één denarie uitbetaald.
En dat was een degelijk dagloon,
waarvan men toen behoorlijk kon leven.
Zij werden goed betaald.

De onrust begint pas bij de uitbetaling,
als de werkers-van-het-eerste-uur merken
dat de werkers-van-het-laatste-uur evenveel krijgen,
ook al hebben ze véél minder gepresteerd.
Daar kunnen wij, mensen, met ons verstand niet bij.
Wij snappen niet waarom die landeigenaar zó handelt.
Maar misschien begrijpen wij er iets méér van,
als wij dit verhaal niet beluisteren met ons verstand,
maar met ons hart.

Waarom vertelt Jezus deze para­bel?
Wat wil Hij er mee zeggen?
Jezus vertelt ons niet zomaar over een landeige­naar
die een spelletje speelt met zijn arbeiders.
Jezus wil ons iets héél speciaals meedelen
over de Vader en over zijn Rijk Gods dat komende is.

De ware diepgang van dit verhaal komt naar boven,
als wij het lezen vanuit het standpunt
van de arbeiders van het elfde uur.

’s Avonds rond 5 uur zitten zij nog altijd aan de bron…
Ze zitten nog altijd te wachten op werk…
Niemand is hen werk komen aanbieden.
Zij zijn somber gestemd.
Geen werk betekende geen brood om te eten.
Het betekende armoe lijden, het gezin niet kunnen onderhouden.

En dan komt toch nog die man die hen in dienst nam.
Dan komt toch nog die man die zei
dat hij hen zou geven wat billijk was.

Beste mensen, met dit verhaal geeft Jezus ons een beeld over wie God is,
over hoe grenzeloos goed Hij is voor zijn schepselen.
Dit verhaal gaat over God,
die ieder van ons op de laatste avond van ons leven
bij zich zal roepen;
die aan ieder van ons evenveel van zijn Liefde wil geven,
zonder iemand onrecht aan te doen.
God is mateloos goed voor iedereen…
De éérste en énige maatstaf voor God
is niet wat wij zullen gepresteerd hebben!
De éérste en énige maatstaf voor God
is zijn eigen grenzelo­ze liefde en barmhartigheid voor ons!

God is geen boekhouder,
die nauwkeurig al onze goede en slechte dingen noteert
en op basis daarvan een eindoordeel zal uitspreken…
God werkt niet met een tarief.
Hij schenkt ons geen loon naar werk!
Hij schenkt ons oneindig veel méér
dan wij ooit zouden kùnnen verdienen…!!!

God is één en al liefde en barmhartigheid,
voor iedere mens, zònder onderscheid.
Hij wil dat ieder mens, zonder uitzondering,
volop levenskansen kan krijgen.
Daarom krijgt elke arbeider in de parabel
een volledig dagloon uit­betaald.
En of wij nu sterk zijn of zwak,
of wij nu werker-van-het-eerste-uur zijn of van-het-elfde-uur,

als kinderen van één­zelfde Vader
hebben wij allemaal, zonder onderscheid,
dezélfde waardigheid en dezélfde toe­komst:
te leven in Gods liefde en vriendschap.

Goede mensen,
als wij onze lévende, barmhartige God
op déze liefdevolle wijze mogen leren kennen,
hoe kunnen wij dan kwaad zijn
omdat Hij goed is voor anderen?

Wat scheelt er dan met ons hart,
dat wij niet spontaan gelukkig en dankbaar zijn
als wij geconfronteerd worden
met Gods mateloze Goedheid?

Onze jaloerse boosheid, zoals van de werkers van het eerste uur, 

is nergens voor nodig!
Wij mogen die boosheid gerust afleggen
en ons koesteren in Gods Liefde!
Want eigenlijk zijn wij allemaal
maar werkers van het elfde uur,
talloze keren vergeven en gerechtvaardigd
door Gods genade…

Gods droom is dat wij, mensen,
geen concurrenten zouden zijn van elkaar,
dat wij allemaal dankbare werkers worden
in Zijn wijngaard! Ieder volgens zijn eigen mogelijkhe­den…

Wat er ook gebeuren,
God blijft ons trouw het leven schenken.
Zijn leven… Zijn vriendschap…
„Ga ook gij naar Mijn wijngaard!” zegt God.
„Wat gij ook maar aankunt,
Ik geef ook aan u
dé denarie van Mijn vriendschap,
het échte leven voor vandaag.
Ik geef u de kans om vandaag nog te beminnen!”.

Amen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *